Liefde over de dood heen
Sara zit in de trein van Berlijn naar Nederland. Door haar tranen heen ziet ze het Duitse landschap voorbijrazen. Gister liep ze vanuit school door een drukke Berlijnse winkelstraat, toen haar telefoon ging en ze haar beste vriendin aan de lijn kreeg. Annes moeder was al een paar jaar ziek en was nu overleden. “Als het kan, Saar, wil je dan naar Nederland komen en bij me zijn”, had Anne gevraagd. Sara besloot direct om haar thuisreis twee weken te vervroegen, nam afscheid van haar Berlijnse vrienden en stapte die avond in de nachttrein.
Haar gedachten malen tijdens de reis maar door. Wat moet ik straks zeggen tegen iemand die zo verdrietig is? Zou ik zelf mijn tranen wel binnen kunnen houden? Als ik maar geen fouten maak. Al deze gedachten maken haar knap onzeker. Op het station van haar woonplaats ontmoet ze Anne, die haar omhelst en zegt: “Fijn dat je er bent, ik miste je zo”. Even later lopen ze samen door de stad en dan is het helemaal niet moeilijk meer. Ze praten over een bijzondere moeder. “Ik houd nu al bijna nog meer van haar dan toen ze leefde en dat blijft altijd zo”, zegt Anne,”volgens mij is deze liefde sterker dan de dood”. Daarna lopen ze een hele tijd zwijgend naast elkaar.
Drie dagen later staat er een grote menigte mensen op een begraafplaats. Naast een kist staan een man, twee zoons en een dochter. En vlak achter die dochter staat een klasgenote met tranen in haar ogen. “Liefde sterker dan de dood”, mompelt ze. Zou dat echt kunnen, dat je zoveel van iemand houdt? En zou die ander vanaf de andere kant ook nog steeds van jou houden? Sara kijkt naar haar vriendin. Ze houdt van die vier mensen die daar zo bij elkaar staan en ze is er trots op om vriendin te zijn.
maandag 19 januari 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten