woensdag 4 januari 2012

De Gijsbrecht, 2 januari Stadsschouwburg Amsterdam

TAAL VAN VONDEL

De traditie om rond Nieuwjaar De Gijsbrecht van Amstel van Vondel in de Amsterdamse schouwburg te spelen is in ere hersteld. Drie eeuwen lang ging dat zo, tot de actie Tomaat in 1968 er op hardhandige wijze een eind aan maakte. Ik had vaak gehoord over deze traditie en over dit stuk van Vondel, maar zag het nog nooit. Benieuwd ging ik op 2 januari, een dag na de premiere, naar de schouwburg op het Leidseplein. De sfeer vooraf in de statige gangen met de acteursportretten is opgewonden; mensen zijn zich bewust dat dit een bijzonder moment is. Ook ik besef dat ik in een traditie van eeuwen sta door hier rond Nieuwjaar dit stuk te gaan zien. We hebben een mooie plek op het eerste balkon met goed zicht op het hele toneel.

De beginmonoloog van Mark Rietman in de rol van Gijsbrecht is indrukwekkend. Daarna wordt in lange monologen het verhaal van de belegering van Amsterdam in 1296 verteld. Het is een verhaal van oorlog, geweld tegen vrouwen en wraak. Er zijn veel overeenkomsten met klassieke Griekse drama”s. Net als bij Troje wordt er een schip met soldaten de stad binnengesmokkeld. De taal van Vondel is prachtig muzikaal. Prachtig is de rol van Marisa van Eyle, die de oude taal indrukwekkend tot leven brengt. Niet alle spelers halen dat niveau.

Ik zit in een Schouwburg en kijk naar een stuk van eeuwen oud. Het is niet altijd toegankelijk met al die lange monologen en weinig handeling. Toch geniet ik. Dat heeft naast de kwaliteit van het stuk veel te maken met het besef in een traditie te staan van mensen die ook in vroeger tijden naar het theater togen om te genieten van taal, van spel, van spanning. Daardoor gingen ze iets meer van het leven begrijpen. Gelukkig worden ze nog steeds gespeeld, de klassieke Griekse stukken, Ayschylos, Sophocles, Euripides; gelukkig kunnen we de teksten van Shakespeare, Ibsen, Vondel nog steeds horen. Het zijn stukken die de eeuwen doorstaan hebben en alleen daardoor al de moeite waard.

Soms de herkenning van een tekst , waarvan ik niet eens wist waar die vandaan kwam:

Het hemelsche gerecht heeft zich ten lange lesten
Erbarremt over my en mijn benaeuwde vesten

En

Waer werd oprechter trouw
Dan tusschen man en vrouw
Ter weereld oit gevonden?
Twee zielen gloende aen een gesmeed,
Of vast geschakelt en verbonden
In lief en leedt.

Ik applaudisseer voor de spelers en loop met mijn reisgenote over het Leidseplein, de wereld van 2012 in. Heel anders dan toen, in de 17de eeuw, of is er niet echt veel veranderd? Ik sta in een traditie van eeuwen en dat alleen al geeft me een goed gevoel.

Aat van der Harst, 4 januari 2012

Geen opmerkingen: