Wandelen en verhalen in tijden van thuiswerken
Door: Aat van der Harst
Wandelen en verhalen 6
Tuinwandelen met alle zintuigen open
Elke dag wandelde ik de afgelopen twee weken op het rustige landgoed in de buurt. Dit weekend is het voor het eerst goed om helemaal thuis te blijven. Mooi om te kijken hoe je dan toch in beweging kunt blijven. In huis kan je tien keer de trap op en neer lopen of rennen. Je kunt op zoek gaan naar plekken en hoeken van je huis waar je nooit komt. Je kunt wandelen langs je boekenkast en een boek pakken dat je twintig jaar geleden las en wilt herlezen. Voor wie een tuin heeft zijn er nog meer mogelijkheden. Ook al is het maar in een klein stadstuintje, je kunt er heel langzaam een wandeling maken en je verwonderen. Sta eens stil bij dat bloemetje waar je oog nog nooit op viel. Welke vogels hoor je? Welke geuren ruik je? Bestudeer de struik bij de schutting eens wat nader. Wandel eens door je eigen tuin met alle zintuigen open. Wat is er op die paar vierkante meter veel te zien, te horen en te ruiken. Zo komen we het weekend heel dichtbij huis wel door. Voor wie geen tuin heeft: er vast een parkje of plantsoentje in de buurt waar je op een rustig moment met alle zintuigen open kunt ronddwalen. Je hoeft niet naar strand of naar de Veluwe om veel te beleven
Wandelen en verhalen 5
Ontmoetingen onderweg
Vanaf de dag na Pasen zou ik een pelgrimsroute gaan lopen. In deze tijden van weinig belang dat dat niet doorgaat; klein verdriet in vergelijking met wat er verder speelt. Ik duik in mijn herinnering. Het was de tijd, dat je nog gewoon in Noord Spanje wandelend onderweg kon zijn .
Tussen Pamplona en Puenta la Reina kom ik Duitser Manfred uit het Ruhrgebied tegen. We wandelen een stukje samen op en vertellen elkaar over onze tocht. Een dag later eten we op een pleintje in Estella. Zijn verhaal raakt me, wat een bijzondere man. Zo gaat het steeds weer onderweg. Je deelt verhalen met anderen, mensen van over de hele wereld. Eerst een tijdje over de letterlijke weg, het onderdak van gister, het doel van vandaag, het weer van morgen. Al gauw vertellen mensen ook over hun levensweg. Dan gaat het niet meer over wat voor baan je hebt of in wat voor huis je woont. Het gaat over verdriet om naasten, over angst voor ontslag, over vreugde om een behaalde mijlpaal. Ik heb Manfred vier dagen gezien en de ontmoeting met hem heeft me verrijkt voor het leven. Hij is niet de enige die ik daar onderweg zo intensief ontmoet. Ik ga, net als in het echte leven, een weg van steeds weer ontmoeting en afscheid. Verhalen verbinden mensen.
Wandel je wijk:
- Wandel ( terwijl je minstens drie meter afstand houdt) op ene rustig moment een eindje in je eigen buurt en sta stil bij iets wat je opvalt en wat wellicht nog nooit zag.
- Wat maakt dat je juist hierbij stilstaat?
Wandelen en
verhalen 4
De maaltijd
Ja, de
verbeeldingskracht van de mens is sterk. Gister droomde ik over een wandeling
langs de zee. Zo kan je dus in de verbeelding meer wandelingen herbeleven die
je in het verleden maken. Terwijl ik dit bedenk is het er al…
Het was een
warme dag geweest en de weg was heuvelachtig. Het dorp waar ik aankwam lag aan
de voet van het hoge gebergte. Toen ik in de herberg L’ esprit du chemin
aankwam, werd ik hartelijk welkom geheten door de gastvrouw. Ze wees me mijn
kamer en vertelde waar ik koel water kon vinden. “Om 7 uur gaan we met alle
gasten eten”, vertelde ze. Aan de lange tafel schoven zo rond de twintig mensen
aan. Er waren mensen uit de hele wereld. De gastvrouw vroeg om een moment
stilte en vroeg daarna aan iedereen om zich voor te stellen in een taal naar
keuze. De Koreaanse vrouw naast me
stelde zich, in een verhaal vol verdriet, voor in het Engels; er waren Fransen,
Duitsers en drie Canadezen. Iedereen vertelde iets over zichzelf en waarom hij
te voet onderweg was. Ook al verstond ik niet alles, ik begreep het meeste wel.
Ik vond het heel bijzonder om daar aan tafel te zitten met onbekenden, terwijl
het toch aanvoelde of we samen een familie waren. Het herinnerde me aan
kerstmaaltijden bij mijn oma met de hele familie. Die avond in de bergen
praatte ik met veel mensen die daar aan tafel zaten. Net als ik wilden ze graag
deze tocht maken naar de stad aan de
andere kant van de bergen; maar niet de stad was het doel, maar de weg erheen.
Wandelen en verhalen 3
Strand
In mijn hoofd ontwikkelde zich het volgende plan: na al die boswandelingen vroeg in de morgen in het bos bij mijn huis is het nu tijd voor een strandwandeling. Ik ga heerlijk uitwaaien tussen Katwijk en Wassenaarseslag en door de duinen terug. Ik rijd erheen en kom niemand te nabij in mijn auto-cocon. Ik wandel op een breed strand en houd geen anderhalve meter, maar tien meter afstand van anderen. Wat moet het heerlijk zijn om de zee na meer dan een maand weer te zien.
En dan bedenk ik, dat ik me schuldig ga voelen daar. De foto in de krant van die zondag twee weken terug zit nog in mijn hoofd. De vraag is om thuis te blijven en alleen een ommetje te maken. Katwijk hoort daar niet bij. Ik heb al weken niet getankt en zal een tankstation in moeten. Ik ga lucht verontreìnigen tijdens de 200 kilometer autorit, net nu de lucht bezig is zo schoon te worden als in 1952.
Weet je, ik ga niet. Vandaag blijf ik thuis en denk ik aan de zee. Ik stel me voor hoe fris de zeelucht is. Ik zie de strandlopertjes voor me die wegrennen bij de vloedlijn. Ik hoor de zeemeeuwen terwijl ik in mijn stoel thuis zit. Daar in de verte een logger met netten erachter. Ik voel het harde zand onder mijn voeten en loop langs de vloedlijn. Een strandwandeling kan je dus ook in gedachten maken.
Wandelen en verhalen nummer 2
Samen lopen van omstandigheden
Samen lopen van omstandigheden
Dit vijftigste wandelverhaaltje hier sinds november draag ik op
aan mijn oom Aat. Hij is nu 97 jaar, een wandelaar en een enorme
natuurliefhebber. Mijn moeder ( ze is nu 96) bracht hem in 1944 eten op zijn
onderduikadres. Acht jaar erna werd ik geboren en naar hem vernoemd. Hij
wandelde altijd met zijn vrouw, mijn tante, in de heuvels rond zijn woonplaats
Rome. Ons nam hij mee, als we op bezoek waren en hij liet ons alle planten in de natuur zien. Hij kende ze alle bij
name. Mijn tante is overleden en hij woont nu in een bejaardenhuis net ten
oosten van Rome, vlakbij het buitenverblijf van paus Franciscus. Vorig jaar
maakte hij een wandelingetje met ons rond zijn huis. Geleund op zijn stok vertelde
hij: “Kijk, hier in dit cafeetje drink ik elke ochtend mijn cappuccino en lees
mijn krant. Ik ben een van de weinigen die het huis uitgaat elke ochtend. Ik
geniet zo van mijn wandelingetje door de straat elke morgen”. Gister vertelde
mijn moeder, dat hij het huis niet meer uit mag, zelfs zijn kamer niet. De
maatregelen in Rome zijn nog net wat strenger dan hier. Mijn moeder wandelt
elke dag nog een stukje door haar wijk in Voorburg en geniet van de ondanks
alles uitbottende natuur. Ze denkt dan aan haar broer, 1600 kilometer verderop
en is in gedachten bij hem. Het ontroert me als ze dit vertelt.
( Foto: oud Romeins pad bij Rocca di Papa, vlakbij het
bejaardenhuis van mijn oom)
Wandelen en verhalen 1
De Oproep
‘Ik sta in de kleine reisboekhandel, pak bij toeval een boekje over een pelgrimspad naar de verte en weet in een flits dat ik deze weg zal gaan. Met het boekje in de hand loop ik naar buiten, me realiserend dat het nogal wat betekent, dat waar ik zojuist toe opgeroepen ben.’
Zo begint mijn reisverhaal, met een oproep om de tocht te gaan maken. Zo beginnen verhalen vaak: De held krijgt een oproep, gaat op reis, maakt bondgenoten, verslaat draken en bereikt zijn doel/zijn thuis. Zo ging dat bij Homerus al, in veel sprookjes en mythen, in reisverhalen, romans en in pelgrimsverhalen. Er is geen heldentocht zonder dat er een oproep is geweest. Parcival wordt door zijn moeder Herzeloyde op een veilige afgelegen plek grootgebracht, uit angst dat hij ridder zal worden. Hij leeft in volkomen onschuld. Op een dag komen vijf ridders in prachtige uitdossing op hun paarden voorbij. Parcival is zeer onder de indruk, rent naar zijn moeder. Die weet direct, dat haar grootste angst waarheid wordt. Niets zal hem kunnen weerhouden om als ridder de reis van de held te gaan maken. In verhalen van pelgrims hoor je vaak, dat er een oproep van buiten komt die appelleert aan een diep verlangen van binnen. Het leven ging lange tijd zijn gangetje en dan is er een crisis in je persoonlijk leven, ziekte, ontslag, burn-out. Of er komt een volgende levensfase aan, pensioen of einde van de studietijd. Op zo’n moment staan mensen meer open voor een oproep. Je ziet een programma over een pelgrimsweg, je hoort een verhaal of herinnert je een gesprek en je weet ineens heel zeker: die tocht ga ik maken. De oproep van buiten raakt aan een verlangen van binnen. Je kunt de stem negeren en overgaan tot de orde van de dag of … je kunt op reis gaan.
‘Terwijl ik de boekhandel uitloop, zijn er honderd redenen om het boekje weer weg te leggen en de impuls te vergeten. Toch weet ik zeker, dat dit serieus is. Ik zit in een fase van kinderen net de deur uit, in werk te rustig vaarwater, op zoek naar nieuwe zin. Ik weet zeker, dat als ik deze oproep negeer, dit uiteindelijk ten koste van mijn ziel zal gaan. Ik drink een koffie in een zaakje naast de boekhandel en ben al routes aan het bekijken; er is al geen weg terug meer.’
De oproep en dan ja zeggen. Dag Hammerskjöld, secretaris-generaal van de VN verwoordde het ooit zo: Ik weet niet wie - of wat - de vraag stelde. Ik weet niet wanneer zij gesteld werd. Ik herinner me niet dat ik antwoordde. Maar eens zei ik ja tegen iemand - of iets … Vanaf dat moment heb ik geweten wat het wil zeggen, ‘niet om te zien, ‘zich niet te bekommeren om de dag van morgen’. Dan begint de voorbereiding voor de reis en maak je je gereed voor het onbekende, vol vertrouwen.
Wandel je wijk:
Maak een wandeling door een park of bos in je buurt en neem een vraag mee voor onderweg:
- Wat was voor jou een oproep om op reis te gaan?
- Aan welk verlangen appelleerde de oproep?
- Wat maakte dat je er op dat moment open voor stond?
-Welke hindernissen heb je nog (of had je toen) om de tocht te aanvaarden?
-Als je ooit al aankwam, is er al ruimte voor een nieuwe oproep.