woensdag 22 april 2020


Wandelen en verhalen in tijden van thuiswerken
Door: Aat van der Harst

Wandelen en verhalen 6

Tuinwandelen met alle zintuigen open

Elke dag wandelde ik de afgelopen twee weken op het rustige landgoed in de buurt. Dit weekend is het voor het eerst goed om helemaal  thuis te blijven. Mooi om te kijken hoe je dan toch in beweging kunt blijven. In huis kan je tien keer de trap op en neer lopen of rennen. Je kunt op zoek gaan naar plekken en hoeken van je huis waar je nooit komt. Je kunt wandelen langs je boekenkast en een boek pakken dat je twintig jaar geleden las en wilt herlezen.  Voor wie een tuin heeft zijn er nog meer mogelijkheden. Ook al is het maar in  een klein stadstuintje, je kunt er heel langzaam een wandeling maken en je verwonderen. Sta eens stil bij dat  bloemetje waar je oog nog nooit op viel. Welke vogels hoor je?  Welke geuren ruik je? Bestudeer de struik bij de schutting eens wat nader. Wandel eens door je eigen tuin met alle zintuigen open. Wat is er op die paar vierkante meter veel te zien, te horen en  te ruiken. Zo komen we het weekend heel dichtbij huis wel door. Voor wie geen tuin heeft: er vast een parkje of plantsoentje in de buurt waar je op een rustig moment met alle zintuigen open kunt ronddwalen. Je hoeft niet naar strand of naar de Veluwe om veel te beleven




Wandelen en verhalen 5

Ontmoetingen  onderweg


Vanaf de dag na Pasen zou ik een pelgrimsroute gaan lopen. In deze tijden van weinig belang dat dat niet doorgaat; klein verdriet in vergelijking met wat er verder speelt. Ik duik in mijn herinnering. Het was de tijd, dat je nog gewoon in Noord Spanje wandelend onderweg kon zijn .

Tussen Pamplona  en Puenta la Reina kom ik Duitser Manfred uit het Ruhrgebied tegen. We wandelen een stukje samen op en vertellen elkaar over onze tocht. Een dag later eten we  op een pleintje in Estella. Zijn verhaal raakt me, wat een bijzondere man. Zo gaat het steeds weer onderweg. Je deelt verhalen met anderen, mensen van over de hele wereld. Eerst een tijdje over de letterlijke weg, het onderdak van gister, het doel van vandaag, het weer van morgen.  Al gauw vertellen mensen ook  over hun  levensweg. Dan gaat het  niet meer over wat voor baan je hebt of in wat voor huis je woont. Het gaat over verdriet om naasten, over angst voor ontslag, over vreugde om een behaalde mijlpaal. Ik heb Manfred  vier dagen gezien en de ontmoeting met hem heeft me verrijkt voor het leven. Hij is niet de enige die ik daar onderweg zo intensief ontmoet. Ik ga, net als in het echte leven, een weg van steeds weer ontmoeting en afscheid. Verhalen verbinden mensen.

Wandel je wijk:

- Wandel ( terwijl je minstens drie meter afstand houdt) op ene rustig moment een eindje in je eigen buurt en sta stil bij iets wat je opvalt en wat wellicht nog nooit zag.

- Wat maakt dat je juist hierbij stilstaat?




Wandelen en verhalen 4

De maaltijd

Ja, de verbeeldingskracht van de mens is sterk. Gister droomde ik over een wandeling langs de zee. Zo kan je dus in de verbeelding meer wandelingen herbeleven die je in het verleden maken. Terwijl ik dit bedenk is het er al…

Het was een warme dag geweest en de weg was heuvelachtig. Het dorp waar ik aankwam lag aan de voet van het hoge gebergte. Toen ik in de herberg L’ esprit du chemin aankwam, werd ik hartelijk welkom geheten door de gastvrouw. Ze wees me mijn kamer en vertelde waar ik koel water kon vinden. “Om 7 uur gaan we met alle gasten eten”, vertelde ze. Aan de lange tafel schoven zo rond de twintig mensen aan. Er waren mensen uit de hele wereld. De gastvrouw vroeg om een moment stilte en vroeg daarna aan iedereen om zich voor te stellen in een taal naar keuze. De Koreaanse vrouw  naast me stelde zich, in een verhaal vol verdriet, voor in het Engels; er waren Fransen, Duitsers en drie Canadezen. Iedereen vertelde iets over zichzelf en waarom hij te voet onderweg was. Ook al verstond ik niet alles, ik begreep het meeste wel. Ik vond het heel bijzonder om daar aan tafel te zitten met onbekenden, terwijl het toch aanvoelde of we samen een familie waren. Het herinnerde me aan kerstmaaltijden bij mijn oma met de hele familie. Die avond in de bergen praatte ik met veel mensen die daar aan tafel zaten. Net als ik wilden ze graag deze tocht  maken naar de stad aan de andere kant van de bergen; maar niet de stad was het doel, maar de weg erheen.


Wandelen en verhalen 3

Strand

In mijn hoofd ontwikkelde zich het volgende plan: na al die boswandelingen vroeg in de morgen in het bos bij mijn huis is het nu tijd voor een strandwandeling. Ik ga heerlijk uitwaaien tussen Katwijk en Wassenaarseslag en door de duinen terug. Ik rijd erheen en kom niemand te nabij in mijn auto-cocon. Ik wandel op een breed strand en houd geen anderhalve meter, maar tien meter afstand van anderen. Wat moet het heerlijk zijn om de zee na meer dan een maand weer te zien.

En dan bedenk ik, dat ik me schuldig ga voelen daar. De foto in de krant van die zondag twee weken terug zit nog in mijn hoofd. De vraag is om thuis te blijven en alleen een ommetje te maken. Katwijk hoort daar niet bij. Ik heb al weken niet getankt en zal een tankstation in moeten. Ik ga lucht verontreìnigen tijdens de  200 kilometer autorit, net nu de lucht bezig is zo schoon te worden als in 1952.

Weet je, ik ga niet. Vandaag blijf ik thuis en denk ik aan de zee. Ik stel me voor hoe fris de zeelucht is. Ik zie de strandlopertjes voor me die wegrennen bij de vloedlijn. Ik hoor de zeemeeuwen terwijl ik in mijn stoel thuis zit. Daar in de verte een logger met netten erachter. Ik voel het harde zand onder mijn voeten en loop langs de vloedlijn. Een strandwandeling kan je dus ook in gedachten maken.




Wandelen en verhalen nummer 2
Samen lopen van omstandigheden

Dit vijftigste wandelverhaaltje hier sinds november draag ik op aan mijn oom Aat. Hij is nu 97 jaar, een wandelaar en een enorme natuurliefhebber. Mijn moeder ( ze is nu 96) bracht hem in 1944 eten op zijn onderduikadres. Acht jaar erna werd ik geboren en naar hem vernoemd. Hij wandelde altijd met zijn vrouw, mijn tante, in de heuvels rond zijn woonplaats Rome. Ons nam hij mee, als we op bezoek waren en hij liet ons alle planten in de natuur zien. Hij kende ze alle bij name. Mijn tante is overleden en hij woont nu in een bejaardenhuis net ten oosten van Rome, vlakbij het buitenverblijf van paus Franciscus. Vorig jaar maakte hij een wandelingetje met ons rond zijn huis. Geleund op zijn stok vertelde hij: “Kijk, hier in dit cafeetje drink ik elke ochtend mijn cappuccino en lees mijn krant. Ik ben een van de weinigen die het huis uitgaat elke ochtend. Ik geniet zo van mijn wandelingetje door de straat elke morgen”. Gister vertelde mijn moeder, dat hij het huis niet meer uit mag, zelfs zijn kamer niet. De maatregelen in Rome zijn nog net wat strenger dan hier. Mijn moeder wandelt elke dag nog een stukje door haar wijk in Voorburg en geniet van de ondanks alles uitbottende natuur. Ze denkt dan aan haar broer, 1600 kilometer verderop en is in gedachten bij hem. Het ontroert me als ze dit vertelt.

( Foto: oud Romeins pad bij Rocca di Papa, vlakbij het bejaardenhuis van mijn oom)





Wandelen en verhalen 1

 De Oproep


‘Ik sta in de kleine reisboekhandel, pak bij toeval een boekje over een pelgrimspad naar de verte en weet in een flits dat ik deze weg zal gaan. Met het boekje in de hand loop ik naar buiten, me realiserend dat het nogal wat betekent, dat waar ik zojuist toe opgeroepen ben.’

Zo begint mijn reisverhaal, met een oproep om de tocht te gaan maken. Zo beginnen verhalen vaak: De held krijgt een oproep, gaat op reis, maakt bondgenoten, verslaat draken en bereikt zijn doel/zijn thuis. Zo ging dat bij Homerus al, in veel sprookjes en mythen, in reisverhalen, romans en in pelgrimsverhalen. Er is geen heldentocht zonder dat er een oproep is geweest. Parcival wordt door zijn moeder Herzeloyde op een veilige afgelegen plek grootgebracht, uit angst dat hij ridder zal worden. Hij leeft in volkomen onschuld. Op een dag komen vijf ridders in prachtige uitdossing op hun paarden voorbij. Parcival is zeer onder de indruk, rent naar zijn moeder. Die weet direct, dat haar grootste angst waarheid wordt. Niets zal hem kunnen weerhouden om als ridder de reis van de held te gaan maken. In verhalen van pelgrims hoor je vaak, dat er een oproep van buiten komt die appelleert aan een diep verlangen van binnen. Het leven ging lange tijd zijn gangetje en dan is er een crisis in je persoonlijk leven, ziekte, ontslag, burn-out. Of er komt een volgende levensfase aan, pensioen of einde van de studietijd. Op zo’n moment staan mensen meer open voor een oproep. Je ziet  een programma over een pelgrimsweg,  je hoort een verhaal of herinnert je een gesprek en je weet ineens heel zeker: die tocht ga ik maken. De oproep van buiten raakt aan een verlangen van binnen. Je kunt  de stem negeren en overgaan tot de orde van de dag of … je kunt op reis gaan.

‘Terwijl ik de boekhandel uitloop, zijn er honderd redenen om  het boekje weer weg te leggen en de impuls te vergeten. Toch weet ik zeker, dat dit serieus is. Ik zit in een fase van kinderen net de deur uit, in werk te rustig vaarwater, op zoek naar nieuwe zin. Ik weet zeker, dat als ik deze oproep negeer, dit uiteindelijk ten koste van mijn ziel zal gaan. Ik drink een koffie in een zaakje naast de boekhandel en ben  al routes aan het bekijken; er is al geen weg terug meer.’

De oproep en dan ja zeggen. Dag Hammerskjöld, secretaris-generaal van de VN verwoordde het ooit zo: Ik weet niet wie - of wat - de vraag stelde. Ik weet niet wanneer zij gesteld werd. Ik herinner me niet dat ik antwoordde. Maar eens zei ik ja tegen iemand - of iets … Vanaf dat moment heb ik geweten wat het wil zeggen, ‘niet om te zien, ‘zich niet te bekommeren om de dag van morgen’. Dan begint de voorbereiding voor de reis en maak je je gereed voor het onbekende, vol vertrouwen.

Wandel je wijk:

Maak een wandeling door een park of bos in je buurt en neem een vraag mee voor onderweg:

- Wat was voor jou een oproep om op reis te gaan?

- Aan welk verlangen appelleerde de oproep?

- Wat maakte dat je er op dat moment open voor stond?

-Welke hindernissen heb je nog (of had je toen) om de tocht te aanvaarden?

-Als je ooit al aankwam, is er al ruimte voor een nieuwe oproep.




dinsdag 20 mei 2014

Verhalen van de stad


 
‘Ik droomde in de steden bij avond
in Parijs liep ik lang over boulevards
zocht francs op het asfalt
de bistro’s wenkten’


Remco Campert

Laat je eens meenemen naar steden dichtbij en steden in de verte. Ontdek hoe een stad tot een spiegel kan worden voor persoonlijke vragen en aanleiding tot zelfreflectie. Leer over jezelf, de ander en de wereld in beweging. Deze keer niet in een mooi natuurgebied, maar in stedelijke omgeving. Stel dat je het komend weekend eens een mooie stadswandeling zou gaan maken ….

De grote stad
Ga in gedachten eens terug te gaan naar een wandeling die je ooit in je leven maakte in een grote stad. Ik vermoed dat er nu allerlei wandelingen en allerlei steden in je herinnering komen. Kies er eens eentje uit en maak de herinnering sterker door terug te denken aan hoe het daar was. Wat zie je voor je? Hoe voelde je je  daar op dat moment in die stad? Wie was er bij je of was je daar alleen onderweg? Dit beeld van die wandeling toen zou de basis kunnen zijn voor een verhaal dat je op zou kunnen schrijven of vertellen. Kijk eens wat het thema zou zijn van je verhaal:  Geluk? Eenzaamheid? Verwondering? Armoede? Zoektocht? ……?

De stad in de buurt
Hoe zijn het zijn om deze week eens een langere wandeling in je eigen stad te maken of een stad in de buurt? Alain de Botton stelt in zijn boek De kunst van het reizen vast, dat verre reizen vaak afleiden van waar het echt om gaat. Je loopt ergens ver weg met een reisgids in de hand of achter een gids aan. Die laten je zien wat de moeite waard is. Er is al voor je bepaald wat interessant is en waarvan je zeker een foto moet maken. Hoe anders is het als je een wandeling maakt door een stad, waarbij je je voorneemt om je te laten verrassen. Loop met alle zintuigen open door de straten. Wat is er veel te horen en te zien en te ervaren. Je was hier wellicht al vaker, maar ziet vandaag pas voor het eerst een gevel die wat scheef staat, een lantarenpaal met een sierlijke vormgeving, een museum waar je vandaag voor het eerst naar binnen gaat. Zo kun je je oefenen om alert te lopen. Niet diep in gedachten op weg naar een winkel, je werk, het station. Diezelfde weg kun je ook tot een verrassingstocht maken. Je neemt een andere weg naar je werk; je stapt een halte eerder uit de tram en loopt verder; je laat de auto eens staan en wandelt naar het station. Je dag begint ineens een stuk aardiger dan in de file. Kortom, wandel en laat je verrassen. In een bos kan dat, maar het kan ook heel goed in een stad. Steden boeien.

‘ Geef mij de grauwe stedelijke wegen,
De in kaden vastgeklonken waterkant,
De wolken nooit zo schoon dan als ze, omrand
Door zolderramen, langs de lucht bewegen’’
J.C. Bloem
( Deze blog verscheen ook op de site van Inspirerend Leven)

Rots aan de oceaan


 

De boekenwinkel

Ik  wandel door de oude stad. Het is een zonnige lenteochtend en de terrassen stromen al vol. Zoals ik dat vaker doe, loop ik naar de boekenwinkel en kijk op de afdeling reisboeken. Mijn oog valt op een boek met de titel ‘Voetwegen door Europa’. Ik pak het en lees dat er nog steeds een netwerk van voetpaden door ons werelddeel loopt en dat het als zo is sinds de middeleeuwen. Toen liepen marskramers honderden kilometers om hun waren te verkopen in verre landen en pelgrims gingen op weg naar een heilig graf in de verte. Ook nu nog gaan mensen op weg voor wandelingen van weken, soms zelfs maanden. Op de laatste pagina van het boek staat een kaart van Europa met een rode lijn die dwars door België en Frankrijk loopt, het grote gebergte oversteekt en in Spanje loopt tot ene plaats an de oceaan met de naam Finisterra. Ik stel me af hoe het zou zijn om naar het einde van de aarde te gaan lopen en eigenlijk is op dat moment het besluit genomen, al overzie ik de consequenties nog niet.

Kathedraal op de heuvel

Een tijd later. Ik sta in een uitgestorven Frans dorp te schuilen tegen de regen. Om de hoek komt een man met een ezel. De ezel heeft er zo te zien weinig zin in om verder te lopen, want hij blijft stokstijf staan. Ik maak kennis met de man. Hij woont in de buurt van Reims en is ook op weg naar het einde van de aarde. Hij vertelt me over de voordelen van het wandelen samen met een ezel: Hij draagt je bagage en in elke dorp heb je meteen contact, want iedereen wil de ezel aaien en biedt je een maaltijd en onderdak aan. Pelegrina heet de ezel en het is inderdaad een prachtbeest. Als het droog wordt, heeft Pelegrina er weer zin in en rent vooruit op onze weg naar de kathedraal op de heuvel. We komen bij een klein onooglijk huisje. Er staat een man voor, die ons wenkt. Als we dichterbij komen, vraagt hij ons of we koffie lusten. We komen binnen in een kleine armoedige kamer, waar een vrouw ons begroet en koffie gaat zetten. We krijgen een grote mok vol en er wordt stokbrood met jam naast gezet.  De man en de vrouw vertellen ons dat ze Parijs gewoond hebben, dat ze toen werkeloos zijn geworden en hun huur niet meer konden betalen. Toen zijn ze naar dit kleine huisje op het platteland getrokken. Er is geen elektriciteit, geen stromend water. Water halen ze bij een pomp. In de avond zitten ze hier bij kaarslicht. We wandelen een eeuwenoude route, maar zijn hier echt in de middeleeuwen terecht gekomen. Ze heten Francis en Martine;  ze hebben niets, ze bestaan niet officieel in de moderne Franse samenleving en worden waarschijnlijk niet meegeteld bij een volkstelling. Voor ons zijn ze heel speciaal. Ze lopen met ons mee tot de hoek van de weg en wijzen ons de kathedraal boven op de berg. Zwijgend lopen we naast elkaar de heuvel op naar de kathedraal. Het is een mooie mis, het koor zingt prachtig, maar met onze gedachten zijn we nog in het plaggenhutje zonder stromend water.

Einde van de aarde

Ik sta op een rots aan de oceaan. Dit is de plek waarvan middeleeuwers dachten dat het het einde van de aarde was. Finisterra hebben ze de plek gedoopt. Het is een winderige herfstdag. De kleine vissersboten hebben het zichtbaar moeilijk op de hoge golven dicht bij de rots. Naast me staat de man met de ezel, die ik lang uit het oog verloor, maar nu gelijk met mij hier staat. Hij vertelt me, dat hij onderweg besloten heeft om niet terug te keren in zijn oude baan op het grote kantoor in de stad. Hij gaat zijn droom volgen, vertelt hij me. Al lang is zijn hobby meubels maken. Elk moment in zijn vrije tijd besteedt hij daaraan. Het moment is gekomen om er ook echt werk van te gaan maken. Hij zal volgende week, als hij weer thuis is, op zoek gaan naar een werkplaats. Zijn ogen schitteren als hij het vertelt. Ik vind hem dapper, dat hij in tijden van crisis een zekere baan opgeeft en kiest voor een onzeker bestaan. We nemen afscheid en ik wens hem veel succes.

De thuiskomst

Ik ben alweer een week thuis. Ik loop onder de oude stadspoort door in de richting van het marktplein. Het is een gure herfstdag en de terrassen zijn opgeruimd. In mijn hoofd buitelen herinneringen aan al die landschappen, steden, ontmoetingen onderweg. Het was een weg waarvan elke stap de moeite waard was. Ik wandel mijn geliefde boekenwinkel in en herinner me hoe het allemaal begon met een boekje dat ik toevallig inkeek. De eerste stap is daar gezet.
( Verscheen ook in de Nieuwsbrief van het Coachbureau)

maandag 3 februari 2014

Januari 2014 Verhalen van de stad

In 2014 wil ik de stad centraal stellen.

Ik maak in januari wandelingen door Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Arnhem.

Arnhem:
De melancholieke metropool

Als voorproefje op veel stadswandelingen en stadscoaching het komend jaar  bezocht ik de tentoonstelling 'De melancholieke metropool  in Arnhem. In het museum van moderne kunst aldaar zijn sfeerbeelden van grote steden te zien, stammend uit de jaren twintig van de vorige eeuw. Mooi zijn de magisch realistische stadsbeelden van o.a. Carel Willink en Pyke Koch. Ze worden afgewisseld met verstilde fotobeelden van Parijs uit die tijd. In de zalen erna zie je films over steden uit die tijd. Prachtig is de film 'Regen' van Joris Ivens. Ik geniet en herinneringen komen op aan stadsbezoeken en wandelingen door rustige wijken. Melancholie, heimwee naar plekken waar ik ooit was. Nog tot eind februari in Arnhem te zien. Een aanrader voor ieder die van steden houdt.
Wandeling door je eigen stad ( uit de Nieuwsbrief van Verhalen Onderweg):

‘Ik droomde in de steden bij avond
in Parijs liep ik lang over boulevards
zocht francs op het asfalt
de bistro’s wenkten’
Remco Campert

In deze winternieuwsbrief van Verhalen Onderweg neemt  Aat van der Harst je mee naar steden dichtbij en steden in de verte. Ontdek hoe een stad tot een spiegel kan worden voor persoonlijke vragen en aanleiding tot zelfreflectie. Leer over jezelf, de ander en de wereld in beweging. Deze keer niet in een mooi natuurgebied, maar in stedelijke omgeving. Stel dat je het komend weekend eens een mooie stadswandeling zou gaan maken ….

De grote stad
Ga in gedachten eens terug te gaan naar een wandeling die je ooit in je leven maakte in een grote stad. Ik vermoed dat er nu allerlei wandelingen en allerlei steden in je herinnering komen. Kies er eens eentje uit en maak de herinnering sterker door terug te denken aan hoe het daar was. Wat zie je voor je? Hoe voelde je je  daar op dat moment in die stad? Wie was er bij je of was je daar alleen onderweg? Dit beeld van die wandeling toen zou de basis kunnen zijn voor een verhaal dat je op zou kunnen schrijven of vertellen. Kijk eens wat het thema zou zijn van je verhaal:  Geluk? Eenzaamheid? Verwondering? Armoede? Zoektocht? ……?

De stad in de buurt
Hoe zijn het zijn om deze week eens een langere wandeling in je eigen stad te maken of een stad in de buurt? Alain de Botton stelt in zijn boek De kunst van het reizen vast, dat verre reizen vaak afleiden van waar het echt om gaat. Je loopt ergens ver weg met een reisgids in de hand of achter een gids aan. Die laten je zien wat de moeite waard is. Er is al voor je bepaald wat interessant is en waarvan je zeker een foto moet maken. Hoe anders is het als je een wandeling maakt door een stad, waarbij je je voorneemt om je te laten verrassen. Loop met alle zintuigen open door de straten. Wat is er veel te horen en te zien en te ervaren. Je was hier wellicht al vaker, maar ziet vandaag pas voor het eerst een gevel die wat scheef staat, een lantarenpaal met een sierlijke vormgeving, een museum waar je vandaag voor het eerst naar binnen gaat. Zo kun je je oefenen om alert te lopen. Niet diep in gedachten op weg naar een winkel, je werk, het station. Diezelfde weg kun je ook tot een verrassingstocht maken. Je neemt een andere weg naar je werk; je stapt een halte eerder uit de tram en loopt verder; je laat de auto eens staan en wandelt naar het station. Je dag begint ineens een stuk aardiger dan in de file. Kortom, wandel en laat je verrassen. In een bos kan dat, maar het kan ook heel goed in een stad. Steden boeien.

‘ Geef mij de grauwe stedelijke wegen,
De in kaden vastgeklonken waterkant,
De wolken nooit zo schoon dan als ze, omrand
Door zolderramen, langs de lucht bewegen’’
J.C. Bloem

WANDELING DOOR ROTTERDAM EN BERLIJN
Gezien op Filmfestival Rotterdam 2014:
A house in Berlin.
Een verhaal dat je meeneemt. Jonge lerares uit Glasgow erft onverwacht het huis van een oudoom in Berlijn. Ze reist af naar Berlijn en maakt kennis met de bewoners. Haar verblijf in Berlijn wordt tevens een reis door de geschiedenis van haar familie, de geschiedenis ook van Europa. Op haar zoektocht door de stad maakt ze een snel ontwikkelingsproces door. Ze verbindt zich met de geschiedenis van haar familie, de droom over Palestina, de oorlog. Ook verbindt ze zich voor de huidige bewoners van het prachtige, maar oude en vervallen huis: de twee kunstenaars voral en de oude vrouw boven, die de heel geschiedenis meemaakte en haar oudoom en opa gekend heeft. De verantwoordelijkheid voor huis, bewwoners en geschiedenis weegt zwaar voor haar. Ik zelf houd van Berlijn en associeer me sterk met haar op haar zoektocht door de stad. Ik applaudiseer voor filmmaakster Cynthia Beatt die vijftien jaar aan de film werkte en vertelt over het maakproces. Even later loop ik door Rotterdam en ben in gedachten nog in Berlijn. Verhalen verbinden momenten in de tijd, verhalen verbinden plaatsen en steden met elkaar.Rotterdam van nu, in gedachten nog in Berlijn. Verhalen verbinden momenten in de tijd, verhalen verbinden ook plaatsen.wegen zwaar voor haar. In korte tijd maakt ze een veranderingsproces door tijdens haar zoektocht door de stad. Berlijn als spiegel voor haar eigen levensverhaal. Ik applaudiseer voor filmmaakster Cynthia Beatt, die aanwezig is en vertelt over dit filmproject waar ze vijftien jaar aan werkte. Buiten wandel ik door het moderen Rotterdam van nu, in gedachten nog in Berlijn. Verhalen verbinden momenten in de tijd, verhalen verbinden ook plaatsen.
Dit waren een aantal stadsimpressies van januari 2014. De tocht door steden gaat verder.
Aat



dinsdag 28 februari 2012

Gastvrijheid


Arm, maar volmaakt gelukkig

Ongekende Franse gastvrijheid

We wandelen samen met onze Duitse vriend, die we onderweg leerden kennen, en zijn ezel door het prachtige Franse heuvellandschap. Het is fascinerend om een voettocht te maken met een ezel.
Pelgrims met ezel
Ezel als metgezel
Sebastian, onze Duitse medepelgrim uit de buurt van Freiburg, vertelt ons de drie grote voordelen van het wandelen met een ezel. Je hoeft geen bagage te dragen; je bent nooit alleen en in elk dorp heb je meteen aanspraak; je wordt uitgenodigd voor een maaltijd en je krijgt een slaapplaats. Peregrina is een fantastisch beest. In de ochtend is ze niet bij te houden en ’s middags niet vooruit te branden. Als het regent of er dreigt onweer weigert ze absoluut om verder te lopen. Vriendelijk toespreken, dreigen met vanavond geen eten, duwen, trekken, het helpt allemaal niets. Verder is ze geweldig. Die zondagochtend zijn we al vroeg gaan lopen. We krijgen om 6 uur al een goed ontbijt van onze gastvrouw in Voutenay-sur-Cure, dat 196 inwoners telt en ligt in het departement Yonne. Die dag zullen we de plaats bereiken waar we al een paar weken naar uitkijken: Vézelay. Om 11 uur is er een mis in de basiliek Sainte-Marie-Madeleine en die willen we graag bijwonen. Het is een mooie ochtend, windstil, prachtig heuvellandschap en de ezel heeft er zin in.
Onverwachte ontmoeting
Rond acht uur komen we langs een onooglijke hut. Een man in een houthakkershemd, in korte broek en op kaplaarzen spreekt ons aan: hebben wij trek in koffie? We aarzelen even, want de tijd tot de mis in Vézelay is beperkt, maar de zin in koffie wint het. Even later zitten we aan een eenvoudige houten tafel in het minuscule huisje samen met de man en zijn vrouw. We krijgen koffie voorgezet, vers stokbrood en kersenjam. Als we de rust prijzen van de plek waar ze wonen, vertellen ze dat jongens uit het dorp de heuvel naast hun huis vaak gebruiken voor brommercrosses en hoe dat de rust verstoort. Dan komt het hele verhaal van het echtpaar, dat ze beurtelings vertellen.
Bijzonder levensverhaal
Een aantal jaren geleden woonden ze nog in de stad Limoges. Beiden raakten ze werkloos. Ze konden hun huur niet meer betalen van de uitkering, hoorden dat deze hut leeg stond en besloten daarheen te gaan. Er is geen stromend water, geen elektriciteit. Water halen ze bij een put in de buurt, ‘s avonds zitten ze bij kaarslicht. Inwoners van het dorp kijken argwanend naar hen. Even vraag ik me af, of de koffiekopjes fris en hygiënisch zijn. Hoe hebben ze het brood gebakken, hoe de kopjes afgewassen en hoe vers is het water? Die gedachten verdwijnen als ze verder vertellen. Elke dag komen er wel pelgrims langs, op weg naar Santiago de Compostela. Zij hebben zich als taak gesteld om hen als gast te verwelkomen en eten en eventueel onderdak in het schuurtje te verschaffen. Dat is hun nieuwe levenstaak geworden. Ze willen er niets voor terug hebben, behalve een ansichtkaart van onze woonplaats als we weer thuis zijn. Ze laten ons een plakboek zien met foto’s en kaarten van voorgangers. Ze vragen of we nog een koffie lusten. We hebben er geen tijd voor, maar besluiten dat een mis in de basiliek nooit zo bijzonder kan zijn als aan een houten tafel zitten bij arme en gastvrije mensen die met ons hun brood en koffie delen. Ze hebben niets en lijken volmaakt gelukkig, met elkaar, met hun armoedige hut, met hun gasten.
Diep onder de indruk
Ze vergezellen ons naar de hoek van de weg en wijzen: Kijk daar ligt Vézelay, boven op de heuvel, ‘la colline éternelle’. Als we dit pad volgen zijn we er over twee uur. We nemen afscheid van elkaar met een omhelzing. Dan lopen we via het plaatsje Saint-Père de heuvel op, ieder met zijn eigen gedachten. Voor ons de prachtige basiliek, achter ons de gastvrije hut. Later vertellen we elkaar dat we alle drie onder de indruk waren. Niet de mis in de abdijkerk of de prachtige timpanen waar we zo lang naar uitkeken zijn de hoogtepunten van die dag, maar een ontbijt in een hutje met bijzondere mensen. Intussen draaft de ezel vrolijk vooruit en is nauwelijks bij te houden op zijn weg naar de prachtige basiliek op de heuvel.

zaterdag 7 januari 2012

Een pluisje op de wind van de geschiedenis.

"Het is niet omdat ik mijzelf zo belangrijk vind dat ik dit geschreven heb, maar ik vind wel dat ik in een belangrijke tijd geleefd heb. De grote veranderingen die zich in de wereld voltrokken tijdens mijn leven zijn als een waterval over mij en mijn generatie heen gekomen. Daarvan wil ik nog een laatste maal getuigen". Met deze regels beginnen de memoires van Jan van Vleuten.

Gisteravond woonde ik in de Stadsschouwburg van Utrecht de voorstelling “Daar werd wat groots verricht” bij van Diederik van Vleuten. Bij het opruimen van een grote kast was ik twee theaterbonnen tegenkomen en het lag voor de hand om die in de kerstvakantie nog even soldaat te maken, voor ze weer in het vergeethoekje zouden verdwijnen. De keuze voor Van Vleuten was snel gemaakt: mijn partner en ik hebben goede herinneringen aan de cabaretvoorstellingen die hij in het verleden met Erik van Muiswinkel heeft gemaakt en een blik op de lovende recensies van dit solo-optreden maakte me al meteen enthousiast. Mijn hooggespannen verwachtingen werden niet teleurgesteld: het was een van de mooiste voorstellingen die ik in jaren heb gezien.

Het theaterprogramma van Van Vleuten is gebaseerd op de memoires van zijn oudoom Jan van Vleuten, een bijna 700 pagina’s tellend manuscript, dat hij in 1981 voltooide. Met behulp van een wandkaart, een kist, wat foto’s, een piano en de vier schrijfboeken met de memoires vertelt Van Vleuten ons het levensverhaal van zijn oom. Jan van Vleuten wordt in 1906 geboren in Nederlands Indië, brengt zijn jeugd door in Nederland, studeert landbouw in Zuid-Afrika en vindt als jonge twintiger een baan op een plantage in koloniaal Indië. Hij ontmoet er zijn grote liefde, de mooie Aukje, die als onderwijzeres op de plantage komt werken. Ze trouwen, zijn gelukkig en verheugen zich op een verlofreis naar Holland, zoals in die tijd gebruikelijk is. Maar het luxe schip de Marnix van Sint Aldegonde,  waarvoor ze eersteklas tickets hebben geboekt, verschijnt niet in de haven van Surabaya: de Tweede Wereldoorlog is uitgebroken. Beiden worden geïnterneerd in beruchte Jappenkampen en komen daar meer dood dan levend uit tevoorschijn. Tot hun grote geluk vinden ze elkaar weer en repatriëren met de nodige problemen naar Holland. Daar kunnen ze hun verhaal niet kwijt: de Nederlanders hebben immers zelf net een oorlog achter de rug. Als ex-lid van het Nederlands-Indische leger wordt Jan naar Indië gestuurd om mee te doen aan de politionele acties. Als hij terug is in Nederland moet hij onderaan de maatschappelijke ladder beginnen. Het is de tijd van de wederopbouw en door hard te werken komt hij er weer bovenop.

Het is een voorbeeld van hoe het leven kan lopen en het laat zien hoe mensen soms een pluisje op de wind van de geschiedenis zijn. Het was zo nu en dan om kippenvel van te krijgen en het was soms muisstil in die Stadsschouwburg, waar een publiek van wel duizend man aanwezig was. En toch werd er ook veel gelachen, bijvoorbeeld om de anekdotes over oma Maggie, maar ook om kritiek op de huidige maatschappij.  Tweeënhalf uur op het puntje van je stoel zitten om te luisteren naar een verhaal over ons koloniale verleden. Dat kan alleen als er een rasverteller aan het woord is.

Wil de Graaf           7 januari 2011

vrijdag 6 januari 2012

Stad van mijn hart

Ik lees Adriaan van Dis: Stadsliefde, scenes in Parijs.

Van Dis beschrijft zijn liefde voor de stad en zijn wandelingen door de buitenwijken. Stad als spiegel:


 Verliefd op Parijs. Verliefd op een stad waarvan ik de kaart in mijn hoofd denk te hebben, maar die altijd een ander plan met mij heeft zodat ik aankom waar ik niet naar op weg was en vind wat ik niet zoek.

Al bijna veertig jaar zeurde ik dat ik in Parijs wilde wonen. Steeds weer overschaduwden praktische bezwaren mijn dromen en zei de schone, rijke stad: ken je plek. Hoe vaak heb ik niet voor de etalages van buurtmakelaars gestaan. Ik ben met heel wat makelaars trappen op gegaan; hijgerig heb ik de miezerigste mansardes bekeken, gedreven door een angstig willen. Vier keer heb ik een studio gehuurd, maar altijd halfslachtig. Zodra mijn verlangen naar schoonheid en eenzaamheid was verzadigd, ging ik terug naar Amsterdam. Tot Parijs weer in mijn hoofd kwam spoken. Vroeger deed ik het af als een jongensdroom, maar de droom en de roep zijn met de jaren alleen maar sterker geworden. Parijs, Parijs….

In 2003 heb ik opnieuw gehoor gegeven aan die lokroep. Op een slome lentedag, toen ik niets zocht. Voor ik het wist, vloog ik een trap op en tekende papieren: soms geeft de angst je vleugels. En sindsdien woon ik op een zonnige zolder in het zesde- eenendertig vierkante meter, vijfhoog onder een zinken dak: mijn naam staat op de brievenbus, ik sta ingeschreven bij het gas en licht, ik heb een fiets, een kapper, een dokter en tweemaal in de week een strijkende werkster. Ik ben lid van de fitness en lees elke dag een half uur Le Monde, zakwoordenboek binnen handbereik. Mijn boodschappen doe ik bij Le Marché d’Annie, mijn overbuurvrouw. Annie is mijn houvast. Haar raam is beplakt met tientallen kassabonnetjes- openstaande rekeningen van buurtgenoten. Toch ziet ze alles, met haar oren. Op Annie kan iedereen rekenen, ze is de burgemeester van de straat.